Een thuisbatterij als oplossing voor het einde van de salderingsregeling
Het jaar 2026 is voor veel huishoudens een kantelpunt. Het is het laatste volledige jaar waarin de salderingsregeling nog bestaat. Vanaf 2027 wordt het terugleveren in één klap gestopt. Dat betekent dat zonnestroom die je overdag niet zelf gebruikt nog nauwelijks waarde heeft. Tegelijkertijd nemen onzekerheden op de energiemarkt toe: terugleverheffingen, meer dynamische energietarieven en mogelijk ook nog een extra piekbelasting. Voor veel mensen wordt de vraag steeds urgenter: hoe benut je je eigen stroom straks optimaal, zonder onaangename verrassingen op de energierekening?
Een thuisbatterij (ook thuisaccu of plug-in thuisbatterij genoemd) speelt een belangrijke rol in deze nieuwe werkelijkheid. Maar wat betekent dat precies, welke keuzes zijn er, en welke oplossingen passen bij verschillende soorten huishoudens?
Afbrokkelende voordelen van terugleveren
Tot nu toe konden mensen met zonnepanelen rekenen op salderen: elke kilowattuur die je teruglevert, wordt een-op-een verrekend met je afname. Maar de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat dit niet houdbaar is. Energieleveranciers betalen steeds minder voor teruggeleverde stroom en de meesten rekenen zelfs een terugleverheffing. Dynamische contracten zijn een alternatief, maar dan is je zonnestroom in de zomer rond het middaguur vrijwel niets waard, en soms zelfs negatief, terwijl de prijs in de ochtend en avond juist hoog is. Dit alles zet vooral huishoudens met veel zonnepanelen onder druk.
Vanaf 2027 kun je zonnestroom nog wel terugleveren, maar niet meer salderen. Dat betekent dat teruggeleverde stroom wordt vergoed tegen een (veel lagere) marktprijs, terwijl afgenomen stroom volledig tegen het geldende tarief wordt afgerekend. Hierdoor wordt eigen verbruik belangrijker dan ooit.
Zonder thuisaccu leidt dit tot een steeds groter verschil tussen opwek en gebruik. Overdag lever je goedkoop terug aan het net, terwijl je ’s avonds duur moet inkopen. Een thuisbatterij maakt het mogelijk die pieken en dalen deels te dempen: je slaat goedkope of zelf opgewekte stroom op en gebruikt die wanneer de prijs hoog is. Dat principe verandert niet door het einde van salderen; het belang ervan wordt juist groter.
Nieuwe prikkels in de energiemarkt
Naast het verdwijnen van salderen wordt er gesproken over een bandbreedtetarief: een variabele meerprijs – piekbelasting – bovenop de bestaande stroomprijs wanneer er veel vraag naar stroom is. Tijdens drukke uren – doorgaans de ochtend en vroege avond – kan dit extra kosten opleveren, ook als je weinig stroom verbruikt, maar wel bent aangesloten op het net. Voor huishoudens met warmtepompen, elektrische auto’s of elektrisch koken kan dit extra oplopen, omdat het verbruik vaak in die periodes plaatsvindt.
Energie opslaan maakt het makkelijker om zware verbruikers op gunstigere momenten te laten draaien. Een thuisaccu kan bijvoorbeeld ’s nachts laden en overdag ontladen wanneer de belasting op het net toeneemt. In combinatie met slimme sturing helpt dit niet alleen kosten te drukken, maar ook netcongestie te verminderen.
Wat deze ontwikkelingen gemeen hebben, is onzekerheid. Huishoudens weten vooraf steeds minder wat stroom gaat kosten, welke voorwaarden leveranciers hanteren en hoe netkosten zich ontwikkelen. Die onvoorspelbaarheid is op zichzelf een kostenpost: je kunt je gedrag er moeilijk op aanpassen en bent afhankelijk van externe keuzes waar je weinig invloed op hebt.
Soorten thuisaccu’s en wat ze wel (en niet) kunnen
Grofweg zijn er twee typen systemen:
- Plug-in thuisaccu’s (met een stekker)
Eenvoudige thuisaccu’s die je zelf in een stopcontact steekt, met beperkt vermogen en vooral geschikt voor kleine, losse toepassingen. - Thuisaccu’s op een eigen groep
Volwaardige thuisaccu’s die worden aangesloten via een eigen groep in de meterkast, meer vermogen kunnen leveren en het energieverbruik van de hele woning kunnen ondersteunen en sturen.
Plug-in thuisaccu’s lijken aantrekkelijk: geen installateur nodig, gewoon inpluggen. Maar er zijn belangrijke beperkingen. Volgens de officiële richtlijnen (NEN 1010) moet een opwekker – zoals een thuisbatterij – op een vrije groep worden aangesloten. Dus een groep in de meterkast zonder andere apparaten. Een standaard stopcontact voldoet daar niet aan.
Bovendien leveren plug-in systemen meestal beperkt vermogen: 800 watt. Zo’n laag vermogen schiet in de praktijk al snel tekort. Apparaten zoals waterkokers, wasmachines, inductiekookplaten en warmtepompen vragen meerdere kilowatts, en zelfs relatief lichte verbruikers zoals stofzuigers of airco’s gaan vaak ruim over de 800 watt heen. Hierdoor kan een plug-in thuisaccu deze apparaten niet ondersteunen en levert hij nauwelijks voordeel op tijdens piekmomenten.
Ook het risico op overbelasting of ongeschikte bekabeling wordt vaak onderschat. Een vaste installatie met een eigen groep in de meterkast voorkomt deze problemen, maar dan kun je niet echt meer spreken van ‘plug and play’.
Een reguliere thuisaccu verschilt fundamenteel van een plug-in oplossing. Ze worden aangesloten op een eigen groep in de meterkast en zijn ontworpen om meerdere kilowatts vermogen te leveren, vaak genoeg om gelijktijdig meerdere huishoudelijke apparaten te ondersteunen. Daardoor kunnen ze wél bijdragen aan het afdekken van piekverbruik, het ondersteunen van zwaardere apparaten en het slim sturen van energie binnen het hele huishouden. Ook bieden ze meer mogelijkheden voor sturing, monitoring en uitbreiding, waardoor ze beter aansluiten bij een woning die steeds verder elektrificeert.
Welke accu past bij welk type huishouden?
Gemiddeld huishouden met 8 tot 12 zonnepanelen (dagverbruik 6 tot 10 kWh, weinig zware elektrische apparatuur)
Een thuisaccu van 5 kWh is vaak voldoende om de avondpiek af te dekken en overdag opgewekte stroom op te slaan. Dit verkleint de afhankelijkheid van energieleveranciers en maakt dynamische tarieven aantrekkelijker.
Huishoudens die grotendeels geëlektrificeerd zijn (hybride of reguliere warmtepomp, inductiekookplaat, elektrische boiler).
Hier is het verbruik meer verspreid over de dag en is ook het piekvermogen belangrijk. Een accu van 10 kWh of groter is dan logischer, bij voorkeur modulair uitbreidbaar. Zo kan het systeem meegroeien met toekomstige elektra-uitbreidingen.
Huishoudens met elektrische auto (of plug-in hybride)
Een thuisaccu vervangt geen laadpaal, maar maakt slim laden wél rendabeler. De batterij kan lage tarieven benutten om de auto indirect goedkoper te laden en voorkomt dat de rest van het huis hogere avondprijzen betaalt. Zeker bij dynamische contracten biedt dit flexibiliteit. Afhankelijk van de omvang van de batterij van de EV en het aantal gereden kilometers, kan het interessant zijn de capaciteit van de thuisaccu (later) uit te breiden.
Sessy als voorbeeld van een toekomstbestendige aanpak
Een systeem als de Sessy-thuisaccu werkt via een eigen eindgroep, heeft een ingebouwde omvormer en geeft gebruikers volledige controle over de prestaties via slimme sturing en API-integraties, zoals Home Assistant of Homey. De batterij is modulair verkrijgbaar in 5 kWh en 10 kWh en kan worden uitgebreid wanneer het verbruik toeneemt. Dat maakt het systeem passend voor zowel kleine woningen als volledig geëlektrificeerde huishoudens. En dat zonder afhankelijkheid van specifieke energieleveranciers of contractvormen.
Voorbereid op 2027 met een thuisaccu
Het einde van salderen dwingt huishoudens opnieuw na te denken over hun energiehuishouding. Waar zonnepanelen jarenlang vanzelf rendeerden, wordt eigen gebruik straks doorslaggevend. Wie doorgaat zoals nu, merkt dat vooral in de vorm van lagere opbrengsten voor zonnestroom, hogere kosten tijdens piekmomenten en een grotere afhankelijkheid van tarieven en voorwaarden die buiten de eigen invloed liggen.
Naarmate 2027 dichterbij komt en de gevolgen van het stoppen van salderen concreter worden, is het aannemelijk dat de belangstelling voor thuisaccu’s verder toeneemt. In eerdere energietransities was te zien dat dit kan leiden tot langere wachttijden bij installateurs en tijdelijke prijsstijgingen, simpelweg doordat de vraag sneller groeit dan het aanbod. Voor huishoudens die zich willen voorbereiden, kan timing daardoor een steeds grotere rol gaan spelen.
Juist daarom is 2026 voor veel huishoudens een logisch moment om vooruit te kijken. Niet omdat alles morgen anders is, maar omdat de spelregels aantoonbaar verschuiven. Een thuisaccu is daarbij geen snelle bespaarmaatregel, maar een manier om grip te houden op verbruik, kosten en toekomstige onzekerheid. Systemen die veilig zijn aangesloten, voldoende vermogen leveren en kunnen meegroeien met veranderend gebruik, bepalen in de praktijk hoeveel voordeel je na 2027 daadwerkelijk overhoudt.